“Als het niet schuurt en ongemakkelijk is, dan heeft het geen zin.”

Steeds meer mensen in Nederland hebben geen plek om thuis te komen. Dak- en thuisloosheid is al lang geen uitzonderlijk geval meer. Het is een zichtbaar en groeiend maatschappelijk probleem met veel gezichten: jongeren, mensen met psychische problemen, arbeidsmigranten die hun baan, en daardoor hun slaapplek, verliezen. De impact is groot. Voor de mensen zelf, maar ook voor de samenleving als geheel.
Het verhaal dat we elkaar vertellen
Toch worden buitenslapers steeds vaker gezien als overlastgevers in plaats van mensen in kwetsbare situaties. Dat beeld wordt versterkt door mediaberichten waarin wordt gesuggereerd dat hulporganisaties dakloosheid aantrekken. Maar wat als we het gesprek zouden verleggen? Wat als we dak- en thuisloosheid niet alleen zien als een probleem, maar als een gezamenlijke maatschappelijke verantwoordelijkheid?
Want hoe we praten over dakloosheid, en welke verhalen we wel of niet vertellen, bepaalt hoe we ermee omgaan. Beleid volgt het sentiment van de samenleving, en dat sentiment wordt gevormd door beeldvorming. Willen we echt iets veranderen, dan moeten we dus niet alleen het beleid aanpakken, maar ook het verhaal dat eraan voorafgaat. En in dat verhaal moet de mens centraal staan.
Soms schuurt het verhaal. Het confronteert je met hoe groot de verschillen zijn tussen jouw leven en dat van mensen in kwetsbare situaties. Een medewerker van de opvang van de Nico Adriaans Stichting zei het treffend: "Als het niet schuurt en ongemakkelijk is, dan heeft het geen zin." Juist dát ongemak zet aan tot denken. Het zijn die verhalen die het heersende beeld kunnen kantelen.
Rotterdam: stad van aanpakken, maar ook van afschuiven
In Rotterdam is te zien hoe het verleden van dak- en thuisloosheid nog altijd van invloed is op de manier waarop de situatie vandaag de dag in beeld wordt gebracht. In de jaren ’90 was Perron Nul het symbool van de dakloosheidsproblematiek. De stad worstelde met grootschalig drugsgebruik onder dak- en thuislozen. Dominee Hans Visser van de Pauluskerk greep in en richtte Perron Nul op: een plek naast het Centraal Station waar mensen met een verslaving de ruimte kregen om te gebruiken. Met toegang tot methadon en schone materialen probeerde hij gebruik te concentreren op één plek en zo de rust op straat terug te brengen.
Maar na verloop van tijd groeide het protest tegen deze plek. Er ontstond steeds meer overlast op en rond Perron Nul en het draagvlak onder Rotterdammers brokkelde af. De voorziening werd gesloten. De directe overlast nam af en daarmee ontstond het beeld dat het probleem was opgelost. Alsof dakloosheid verdwijnt zodra je het niet meer ziet.
De angst voor ‘terug naar toen’ is vandaag nog steeds voelbaar. Media spelen daarin een belangrijke rol. Ze laten vaak maar één kant van het verhaal zien, waarin dak- en thuislozen worden neergezet als bron van overlast – niet als mensen met een verhaal. Recente mediaberichten over de Pauluskerk zijn daar het voorbeeld van. Dertig jaar na het sluiten van Perron Nul ligt deze plek opnieuw onder vuur. Al tientallen jaren vangt de kerk mensen op die nergens anders terechtkunnen. Maar nu staat deze plek onder druk. Niet omdat de hulp overbodig is, maar omdat het beeld in de media overheerst dat de kerk een magneet is voor overlast.
Wat je ziet, is wat je doet
Beeldvorming speelt misschien nog wel een grotere rol van we zelf denken. In Nederland heerst vaak een individualistische opvatting: je bent verantwoordelijk voor je eigen succes - en dus ook voor je eigen mislukking. Dakloos? Dan heb je blijkbaar iets fout gedaan.
In andere landen zien we dat het ook anders kan. In Canada wordt dakloosheid bijvoorbeeld gezien als een systeemprobleem, veroorzaakt door een tekort aan betaalbare woningen, een falend zorgsysteem en te weinig bestaanszekerheid. De media belichten het menselijke perspectief en vertellen vooral het persoonlijke verhaal achter dakloosheid. Die verhalen raken, zorgen voor begrip en versterken het draagvlak voor investeringen in opvang en ondersteuning.
Ook Finland laat zien wat een andere manier van denken kan opleveren. Daar wordt dakloosheid niet gezien als een persoonlijke mislukking, maar als een teken dat de samenleving tekortschiet. Vanuit die gedachte kiest Finland voor mensgericht beleid. Het uitgangspunt van dit beleid is als volgt: eerst zorgen voor een huis, en van daaruit werken aan meer bestaanszekerheid. Deze aanpak, bekend als Housing First, werkt. Het aantal dak- en thuislozen daalt er al jaren.
Deze voorbeelden laten zien dat het beeld dat we van dak- en thuisloosheid hebben, bepaalt hoe we erover denken. En daarmee ook hoe we hier als samenleving mee omgaan.
De rol van Hieroo: verhalen en mensen verbinden
Beeldvorming is niet iets wat je van bovenaf oplegt. Het ontstaat in gesprekken, ervaringen en verhalen. Precies daar ligt de kracht van Hieroo. Als lokaal gewortelde consultants staan we midden in de stad én dichtbij beleid.
Bij Hieroo geloven we in de kracht van verbinding. We brengen mensen samen – van ervaringsdeskundigen en zorgprofessionals tot ambtenaren en bewoners. In sessies met creatieve werkvormen maken we ruimte voor echte gesprekken. Met mensen, over mensen.
Wat als we stoppen met kijken naar dak- en thuislozen als probleem en beginnen met luisteren naar hun verhaal? Wat als we de stad zien als een plek van gedeelde verantwoordelijkheid? Laten we daar het gesprek over voeren. Juist als het schuurt en ongemakkelijk is. Juist dan komt er beweging.