Hoe vanzelfsprekend zijn kansen eigenlijk? De vicieuze cirkel van generatiearmoede

Op 12 maart vond de startbijeenkomst van Kansen voor Kinderen plaats in cultuurhuis De Klinker in Winschoten. Een initiatief waarin verschillende partners samen werken aan een toekomst met gelijke kansen voor ieder kind in de regio Oldambt. Consultants Gerharden Femke waren erbij. De aftrap werd letterlijk genomen: met een ferme schop tegen een voetbal openden Henk Nijboer, kwartiermaker Sociale Agenda, en Gert Engelkens, wethouder van de gemeente Oldambt, het programma.
Welke kans heb jij gekregen die je leven heeft veranderd? Met die vraag begon de bijeenkomst van Kansen voor Kinderen. Een ogenschijnlijk eenvoudige vraag, maar eentje die direct uitnodigt tot reflectie. Want hoe vanzelfsprekend zijn kansen eigenlijk? Al op jonge leeftijd kunnen omstandigheden grote invloed hebben. Geboren worden in een veilige omgeving, naar een goede school gaan of ouders hebben die je helpen met huiswerk – het zijn voorbeelden van kansen die niet iedereen krijgt.
Theory of Capital
De Franse socioloog Pierre Bourdieu biedt met zijn Theory of Capital een lens om naar dit soort ongelijkheid te kijken. Hij maakt onderscheid tussen drie vormen van kapitaal: economisch, sociaal en cultureel. Cultureel kapitaal gaat over wat je weet en kunt – bijvoorbeeld kennis van de taal, omgangsvormen of opleidingsniveau. Sociaal kapitaal draait om wie je kent en welke netwerken je tot je beschikking hebt. Dit kunnen relaties zijn die je zelf opbouwt, maar ook netwerken waar je in geboren wordt, zoals je familie, buren of klasgenoten. Volgens Bourdieu beïnvloeden cultureel en sociaal kapitaal in sterke mate je economische positie. Wie opgroeit met veel cultureel kapitaal heeft vaak meer toegang tot kansen die leiden tot succes op school, werk of in de samenleving. Zo ontstaan verschillen die zich moeilijk laten inhalen. Tijdens de bijeenkomst werd duidelijk hoe belangrijk het is om die mechanismen te herkennen – en hoe we met gezamenlijke inzet kunnen bijdragen aan het verkleinen van die verschillen.
Generatiearmoede
Erik Meij van het Sociaal Planbureau Groningen nam ons tijdens de bijeenkomst mee in de realiteit van generatiearmoede. Een hardnekkig en complex probleem, waarbij armoede van ouder op kind wordt overgedragen. Het gaat niet alleen over gebrek aan geld, maar ook over het missen van kansen, vertrouwen en perspectief. De cijfers liegen er niet om: kinderen die opgroeien in armoede hebben later twee keer zo veel kans om zelf ook in armoede te leven. Dat begint al op jonge leeftijd. Zo blijkt uit onderzoek van het CBS dat zij, zelfs bij gelijke toetsresultaten, vaker een lager schooladvies krijgen dan leeftijdsgenoten uit een welvarender omgeving. Dit laat zien dat kansenongelijkheid niet pas begint bij het zoeken naar werk of het vinden van een woning – het begint al op school, in de klas. De inzichten van Erik maakten duidelijk dat het doorbreken van generatiearmoede vraagt om een lange adem, samenwerking én het besef dat ieder kind het recht heeft om zijn of haar talenten te ontwikkelen – los van de plek waar je wieg stond.
Samen de cirkel doorbreken
Om generatiearmoede echt te kunnen doorbreken, moeten we als samenleving anders leren kijken. Zonder oordeel. Dat vraagt om meer dan goede bedoelingen – het vraagt om bewustwording en een gedeelde verantwoordelijkheid. In plaats van gedrag te veroordelen, is het belangrijk om te begrijpen waar dat gedrag vandaan komt. Armoede gaat vaak gepaard met stress, onzekerheid en onverwerkt trauma. Daarom is het essentieel dat we inzetten op het verbeteren van leefomstandigheden en het vroegtijdig signaleren – en waar mogelijk voorkomen – van problemen. Niet alleen de zichtbare gevolgen van armoede aanpakken, maar juist de onderliggende oorzaken. Denk aan gebrek aan toegang tot onderwijs, zorg, stabiel werk of een ondersteunend netwerk. Door die oorzaken aan te pakken, bouwen we samen aan een samenleving waarin ieder kind eerlijke kansen krijgt. Want alleen dan kunnen we écht iets veranderen. Alleen dan doorbreken we de cirkel van generatiearmoede.
Onze krachten bundelen
Op dit moment verdiepen wij ons in de vraag hoe wij deze complexe uitdagingen gezamenlijk kunnen aanpakken en welke concrete stappen nodig zijn om onze samenwerking te versterken. Wij hebben de intentie om de kennis die we opdoen in de praktijk toe te passen en zijn ervan overtuigd dat dit zal bijdragen aan het realiseren van onze gemeenschappelijke doelstellingen. De uitdaging die voor ons ligt, kunnen wij niet alleen aangaan. Om de gewenste resultaten te behalen, is het van belang dat we onze krachten bundelen en gezamenlijk stappen ondernemen. Dit vereist een intensievere vorm van samenwerking, waarbij de vraag rijst in welk vorm deze samenwerking het meest effectief kan worden vormgegeven. Dit proces vraagt van organisaties dat zij buiten hun traditionele kaders treden en zich openstellen voor een bredere, gezamenlijke aanpak. Als Hieroo Groningen denken we graag mee in hoe deze gezamenlijke aanpak eruit kan zien en waar je als organisaties onderling aan moet denken. Hoe ziet de tussenruimte eruit en wat is er nodig om krachten te kúnnen bundelen? Vind jij dit ook een belangrijk thema en denk je ons te kunnen helpen, dan komen we graag met je in contact!